Sterilisatie hond

Op welke leeftijd laat ik mijn hond best steriliseren?

Wetenschappelijk onderzoek heeft overduidelijk aangetoond dat de ingreep best vóór de eerste loopsheid wordt uitgevoerd, dus rond de leeftijd van 5 tot 6 maanden. De hoofdreden voor deze redenering is te vinden in het voorkomen van melkklierkanker. De kans op het ontwikkelen van tumoren bij niet-gesteriliseerde teven is 25%. Indien de hond vóór de eerste loopsheid wordt gesteriliseerd, dan komen melkkliertumoren slechts bij 0,08% van de honden voor, dus verwaarloosbaar klein. Indien men wacht tot na de eerste loopsheid, dan treden melkkliertumoren reeds bij 8% van de honden op. Sommige leken beweren dat de hond eerst moet zwanger geweest zijn: niets is minder waar! Bij één op vier van deze honden treden later melkkliertumoren op. Het enige goede antwoord is dus: zeer vroeg steriliseren.

Wat wordt er nu verwijderd bij een sterilisatie?

Het inwendige geslachtsorgaan bestaat uit de baarmoeder, eileiders en eierstokken. De hormoonproductie gebeurt in de eierstokken. Indien deze niet zouden worden verwijderd, dan blijft de hond loops en eventueel schijnzwanger worden. Het is dus van essentieel belang dat beide eierstokken tijdens de operatie geheel worden verwijderd. Indien de baarmoeder verdikt is zal deze ook verwijderd worden.

Hoe gaat een sterilisatie van de teef in zijn werk?

U kunt een afspraak maken wanneer de sterilisatie gaat plaatsvinden. 's Ochtends brengt u de hond en nemen we haar op. Voor de verdoving voeren we een pre-anaesthetisch onderzoek uit. Dit houdt in dat we eerst onder andere naar het hart en de longen luisteren. Als dit in orde is krijgt ze een injectie met narcosemiddel. Zodra ze slaapt, krijgt ze een antibioticum-injectie en een pijnstiller, wordt de buik geschoren en wordt ze naar de operatiekamer gebracht. Uw hond krijgt een "tube" in de luchtpijp en we sluiten haar aan op de gasanaesthesie- en de bewakingsapparatuur. Het operatieveld wordt gewassen, ontsmet en gedesinfecteerd.

De eigenlijke operatie

De hond wordt met steriele doeken afgedekt. Er wordt een kleine snede in de huid gemaakt en de buik wordt geopend. De eierstokken worden uit de buik gehaald, afgebonden en verwijderd. Als de baarmoeder verdikt is, wordt deze ook verwijderd. De buikwand wordt in 3 lagen gehecht: de spierwand, onderhuid en de huid.

Wakker worden

Na de operatie worden de oren, tanden en nagels gecontroleerd en indien nodig behandeld. Als alles klaar is gaat de hond naar de recovery waar ze kan uitslapen. Uw lieveling kan dezelfde dag nog naar huis.

Terug thuis

Als uw hond bij ons behandeld is gaat hij in principe weer wakker mee naar huis, maar kan nog wel wat slomer zijn dan normaal.
Het is belangrijk dat hij een warme plek heeft waar hij rustig bij kan komen.
Ga in het begin regelmatig kort en aangelijnd met uw hond naar buiten zodat hij zijn behoeftes kan doen. Maak de eerste dagen geen lange wandelingen.
Geef in principe geen voer de avond na de ingreep. Wel mag hij kleine beetjes drinken. Als hij wel wat wil eten, geef dan kleine beetjes en blijf in de buurt, dit voor het geval dat hij moet braken.
De dag na de ingreep moet uw hond weer willen eten.
De week na de ingreep moet u uw hond alleen aan de lijn uitlaten, wel regelmatig, maar niet te lang achter elkaar. Probeer spelen en springen te voorkomen in verband met de wondgenezing.
Houdt er rekening mee dat een reu na castratie nog een aantal weken vruchtbaar kan zijn!

Hechtingen

Bij de ingreep worden oplosbare hechtingen gebruikt die in de huid zijn gehecht (intradermaal), u kunt ze dus niet zien. Uw hond kan ze er niet makkelijk uitkrijgen, maar met veel bijten en likken lukt dat wel, let hier dus goed op!
Indien uw hond veel aan de hechtingen likt of bijt, vraag ons dan naar een kraag of speciaal rompertje om aan te doen.

Waar moet u op letten?

De hond moet de eerste dag na de ingreep weer willen drinken en eten. Doet hij dit niet, dan kunt u zelf de temperatuur opmeten, deze behoort tussen de 38.0 en 39.0ºC te zijn. Bij verhoging moet u contact met ons opnemen.
De wond moet er goed uit blijven zien. Wat rood wondvocht is niet onrustbarend. Ook enige zwelling van de wond komt regelmatig voor. Echter indien de wond gaat ontsteken, dan moet u bij ons ter controle komen.