icon info Brusselsesteenweg 399 - 2800 Mechelen dicht bij Zemst en Hofstade - TEL 015 41 29 39 - GSM 0477 20 12 97

Vlooien

Wat zijn vlooien?
 Zijdelings afgeplatte parasieten met springpoten
 Vlooien zijn zijdelings afgeplatte parasieten met krachtige springpoten. Ze zijn voornamelijk in de zomer en de herfst het meest actief. Bij binnenshuis gehouden dieren is deze seizoensgebondenheid natuurlijk van minder belang en kan de vlo het hele jaar door actief zijn. Alhoewel er verschillende soorten vlooien bestaan is het vooral de kattenvlo die wij veel zien bij alle katten en honden. De naam vindt zijn oorsprong aan het feit dat deze type vlo het eerst bij de kat werd gevonden. Daarnaast bestaan onder andere ook nog de hondenvlo en de konijnenvlo, maar deze worden minder vaak bij onze huisdieren aangetroffen. Het onderscheid tussen de verschillende soorten vlooien kan met de microscoop waargenomen worden.

 Doordat vlooien jeuk veroorzaken zijn het heel vervelende beestjes. Daarnaast kunnen ze ook lintwormen naar mens en dier overbrengen. Het ergste van vlooien is dat besmettingen moeilijk te bestrijden zijn. Een goede preventie is dus belangrijk om vervelende en hardnekkige vlooienfecties te voorkomen.

 Om de vlooienbestrijding goed te kunnen begrijpen is belangrijk de levenscyclus van de vlo te kennen. Deze kennis vormt namelijk een belangrijke basis om vlooieninfecties efficiënt te kunnen behandelen en voorkomen.

Vlooiencyclus: de ontwikkeling van ei tot volwassen vlo
 De volwassen vlo is een parasiet die zonder de gastheer slechts enkele dagen kan overleven. Voor het overleven en de voortplanting is een regelmatige bloedmaal dus nodig. De vrouwelijke vlo legt gedurende een periode van verschillende weken honderden eieren. Deze eieren vallen van de gastheer af en worden in de omgeving verspreid. Daar zullen de eieren zich tot larven ontwikkelen. De larven zijn rupsachtige beestjes die zich in de omgeving op donkere plaatsen verstoppen. Ze leven daar voornamelijk van afval en ontlasting van de volwassen vlooien die nog veel onverteerd bloed bevat. De larve vormt tenslotte een coccon waarin ze zich tot nymfe en volwassen vlo ontwikkelt. Dit wordt ook wel de pop genoemd. In dit stadium zijn vlooien heel resistent, wat hem toelaat tot een jaar te overleven. De volwassen vlo komt actief uit het popomhulsel als ze door grondtrillingen voelt dat er een geschikte gastheer in de buurt is. De totale ontwikkelingstijd van ei tot volwassen vlo duurt bij optimale omstandigheden 20 tot 30 dagen.

Vlooieninfectie
 Door hun lange overlevingsduur vormen de jonge vlooien in hun cocon, de poppen, in de omgeving de belangrijkste besmettingsbron voor honden en katten. Weliswaar kunnen vlooien met hun krachtige springpoten goed springen, toch komt het zeer zelden voor dat een volwassen vlo van het ene naar het andere dier overspringt. Wel is het mogelijk dat honden en katten elkaar via direct contact besmetten.


Waarom behandeling moeilijk kan zijn en preventie belangrijk is
 De overlevingsstrategie en voortplanting van de vlo maakt dat behandeling moeilijk kan zijn. Tegen de tijd dat wij mensen namelijk merken dat onze hond of kat vlooien heeft zijn we meestal al te laat. De vlooien hebben ondertussen al honderden eitjes kunnen leggen en deze eitjes zijn door het hele huis verspreid om in intervallen te ontpoppen in een nieuwe plaag. Om een beetje een indruk van de situatie te krijgen: 1% van de vlooienpopulatie zit op het dier zelf, terwijl de overige 99% zich in de omgeving bevindt. Dit betekent dat bij 1 vlo op uw huisdier er 100 vlooien in de vorm van eitjes, larven en poppen in de omgeving aanwezig zijn. Bovendien kunnen deze jonge vlooien in zeer moeilijke leefomstandigheden overleven en zodoende nog lang voor problemen zorgen. Eens een besmetting in huis is ontstaan, is deze dus nog maar moeilijk volledig te bestrijden. Dat maakt een vlooienbehandeling soms zo frustererend wanneer de behandeling onvolledig is geweest, bijvoorbeeld als de immature stadia in de omgeving onvoldoende zijn meegenomen in de behandeling en vlooieninfecties daardoor steeds weer blijven terugkeren.

 Bij zowel behandeling als preventie neemt de omgeving een belangrijke plaats in. Voor de behandeling is meestal een vast protocol voor handen, welke u uiteraard op onze website kunt terugvinden. Voor de vlooienpreventie bestaan er verschillende mogelijkheden, afhankelijk van de levenswijze van uw huisdier en dus het infectierisico.

Symptomen
 Vlooienbeten veroorzaken een heftige jeuk die sterk kan verschillen tussen individuele dieren. Het speeksel van de vlo bevat stoffen de histamine en enzymen die de vlo helpen bij zijn bloedmaal. Deze stoffen zijn, samen met de beet zelf, de oorzaak van een lokale ontstekingsreactie. Daardoor ontstaat een rode vlek ter hoogte van de beet. Dit wordt ook wel VBD of vlooienbeetdermatitis genoemd. Een hond en kat die zich veel krabt en likt kan last van vlooien hebben. Vooral bij katten met een zwarte vacht en die zich door jeuk intensief en veel wassen kan de vacht roder verkleuren. Dit wordt veroorzaakt door de rode kleurstoffen in het speeksel.

 Een vlooieninfectie kan vastgesteld worden door de vacht met een vlooienkam uit te borstelen. Ook kunnen vlooienpoepjes in de vacht gevonden worden. Soms laten de vlooien zich niet gemakkelijk zien of wordt een enkele vlo in de vacht bij met name dieren met een weelderige vacht niet altijd gevonden. In die gevallen kan een behandeling met een vlododend middel gebruikt worden. Als de klachten na behandeling verdwijnen is het vrijwel zeker dat vlooien het probleem hebben gevormd.

 Lintworminfectie
 Honden en katten met vlooien zijn vrijwel altijd ook met lintwormen besmet. Dit komt doordat de lintworm (Dipylidium caninum) de vlo als tussengastheer heeft.
Vlo als tussengastheer, hond en kat als eindgastheer
 De vlo wordt door opname van een lintwormei besmet. Hierna zal in de lichaamsholte van de vlo uit het ei een cysticercoid ontstaan. Deze is pas in staat de hond en kat te infecteren als de vlo volwassen is geworden. Honden en katten zijn de eindgastheren van de lintworm en worden besmet door toevallig een vlo op te nemen. In de darm van de hond en kat ontwikkelt de cysticercoid zich tenslotte tot een volwassen lintworm, waar het wel tot 3 jaar lang kan overleven. Via de ontlasting worden vervolgens lintwormsegmenten uitgescheiden. Elk segment bevat een aantal lintwormeieren die op hun beurt weer vlooien kan besmetten.
 De segmenten van de lintworm kunnen bewegelijk zijn en aan de anus daardoor jeuk veroorzaken. Hierdoor kan de hond bijvoorbeeld gaan 'sleetje rijden'. Van een lintworminfectie hoeft een huisdier geen klachten te hebben. Wel zijn vage buikklachten, diarree, vermagering, darmobstructie en vertraagde groei bij zwaardere infecties mogelijk.

Ook besmettingsgevaar voor de mens
 Ook de mens kan als eindgastheer van de lintworm optreden. Dit betekent dat ook bij de mens na inname van een besmette vlo in de darm een lintworm kan ontstaan. Dit komt gelukkig niet zo heel veel voor, maar kan voornamelijk bij kinderen gezien worden die veel nauw contact met honden en katten hebben die vlooien bij zich dragen.

Vlooienallergie
De ontwikkeling van vlooienallergie
 Het speeksel van de vlo bevat ook bestanddelen die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van een allergische reactie. Deze stoffen worden ook wel haptenen genoemd. Deze haptenen binden aan het bindweefsel in de huid waar ze bij een gevoelig dier een allergische reactie kunnen veroorzaken. Voor een allergische reactie moet een hond of kat wel ooit eerder met vlooien besmet en gebeten zijn geweest. De meeste klinische gevallen komen in de leeftijdklasse van 1 tot 3 jaar voor. Vlooienallergie is zeldzaam bij dieren die jonger dan 6 maanden zijn. Er is namelijk voldoende tijd nodig om een vlooienallergie te kunnen ontwikkelen.  
 De symptomen die bij een vlooienallergie horen wordt ook wel VAD of vlooienallergiedermatitis genoemd. In het acute stadium is een intense jeuk het eerste en meest constante symptoom. Deze verschijnt een of meerdere dagen na een vlooienbeet. De hond en kat krabt en likt zich veelvuldig ter hoogte van de staartbasis en flanken. Ook de okselstreek en de hals kunnen betrokken zijn. Daarnaast kunnen ook andere veranderingen aan de huid en vacht worden gezien, zoals een roodverkleuring, ontsteking en kale plekken.
 Het is belangrijk om als eigenaar van een dier met vlooienallergie te weten dat één beet van één vlo voldoende is om de klachten terug te laten keren en te onderhouden. Bovendien zijn het juist de dieren met een vlooienallergie die de minste vlooien bij zich dragen en wel de ergste klachten hebben. Vlooienbeten dienen bij dieren met een vlooienallergie dus absoluut voorkomen te worden. Hiervoor is een passende vlooienpreventie noodzakelijk.


Behandeling

Strategie
 Indien u vlooien aantreft bij uw hond of kat en indien deze niet preventief behandeld is tegen vlooien, dient bij de behandeling aan het volgende gedacht worden om de vlooienplaag te bestrijden en terugkerende problemen te voorkomen:
           - gebruik een vlododende spot-on of tabletten bij de hond of kat. Dit moet meestal enkele
             keren herhaald worden met 3 tot 4 worden tussen. 
           - behandel ook alle andere honden en katten in huis, ook als ze
             niet zichtbaar last hebben van vlooien
           - behandel de omgeving (stofzuigen, dekens wassen,
             omgevingsspray)
           - ontworm alle huisdieren (vlooien kunnen drager zijn van
             lintwormen)
           - pas voortaan een goede vlooienpreventie toe

 Een vlooienbesmetting kan snel opgelopen en moeilijk te bestrijden zijn. Het is dus beter om dieren die de kans lopen om een vlooieninfectie op te doen preventief te behandelen. Dit is namelijk vaak veel eenvoudiger dan het behandelen van een vlooieninfectie.  Aan te raden is om de honden en katten elke maand of om de drie maanden te behandelen (naargelang het gebruikte product)  preventief te behandelen.


 Welke producten kan ik het beste kiezen?
 Belangrijk is om naast een goede strategie ook de juiste producten te kiezen. Er zijn namelijk veel verschillende soorten vlododende producten op de markt en de werking kan uiteraard verschillen. Wil de behandeling zo effectief mogelijk zijn, dan is het het natuurlijk ook belangrijk om goede producten te kiezen.
 Vermits er geregeld nieuwe producten op de markt komen laat je je best adviseren door de dierenarts.
  Het spreekt natuurlijk voor zich dat voor een goede worden werking van producten het belangrijk is de richtlijnen op de verpakking goed te lezen en te volgen. Gebruik uiteraard enkel producten die voor de betreffende diersoorten geschikt zijn, vooral bij katten is het erg belangrijk om geen producten te gebruiken die enkel bij honden mogen worden toegepast.

ADRES & CONTACT

Dierenarts Sara Geerens
Brusselsesteenweg 399
2800 Mechelen dicht bij Zemst en Hofstade
tel. 015 41 29 39
gsm 0477 20 12 97
info@dierenartsgeerens.be

Informatieverplichting
Privacy en cookie beleid

SPREEKUREN

Wij werken momenteel enkel op afspraak

SOCIAL MEDIA

Sara Geerens Facebook